In 10 stappen ready for take-off

In no-time switchen tussen landen en opstijgen

Samenvatting

“Cabin crew prepare for landing…” Je vliegtuig nadert Schiphol en maakt zich klaar om te landen op een baan die door de luchtverkeersleiding is aangewezen. Wielen raken de grond en passagiers klappen terwijl het vliegtuig rustig richting de gate rolt. Zodra het toestel veilig in de aangewezen opstelplaats staat en reizigers uit hun stoel schieten om in het gangpad te wachten tot de deur opengaat, snellen buiten medewerkers toe om het razendsnel weer klaar voor vertrek te maken. Wat moet er allemaal gebeuren om het vliegtuig weer op de afgesproken tijd de lucht in te krijgen?

Schiphol-Illustratieschema

In 10 stappen ready for take-off

De piloot parkeert het toestel nauwkeurig op de juiste plek. Meestal met een automatisch systeem, heel soms met hulp van een marshaller (zo’n man/vrouw die met twee bordjes een vliegtuig parkeert). Tientallen medewerkers van de afhandelaar staan klaar om tegelijkertijd allerlei taken uit te voeren.
Zodra het vliegtuig stilstaat en de motor uit is, wordt alles in werking gezet om reizigers zo snel mogelijk het vliegtuig te laten verlaten. De platformmedewerker plaatst blokken voor de wielen en sluit de stroom aan. Daarnaast wordt de passagiersbrug aan het vliegtuig gekoppeld, net als de bagageband. Via bagagekarren worden de koffers naar de terminal gebracht.
Een medewerker tankt het vliegtuig, meestal vanuit de hydrantput op de vliegtuig opstelplaats (VOP). Op deze put kan een speciale wagen, die we een dispenser noemen, een slang aansluiten. De andere kant van de slang wordt aan de vleugel van het vliegtuig gekoppeld en zo kan er getankt worden. Hier lees je er alles over.
Daarna is het tijd voor het laden en lossen. De cateraar brengt de maaltijden aan boord en neemt de kliekjes mee. Verder worden er allerlei werkzaamheden in het toestel uitgevoerd, zoals toiletwater verwisselen, nieuwe hoesjes om de stoelleuningen, vuilnis van boord en nieuwe dekens en tijdschriften aan boord.
Een schoonmaakploeg of de stewards en stewardessen reinigen het toestel, zodat de reizigers in een schoon vliegtuig kunnen stappen.
Specialisten van de luchtvaartmaatschappij doen ondertussen een technische controle van het toestel. Zij checken bijvoorbeeld of motoren, vleugels en kleppen, landingsgestel, apparatuur en deuren in orde zijn.
Dan is het weer tijd om bagage voor de volgende vlucht in het ruim te krijgen. Dat gaat snel: afhandelaren hebben hier gemiddeld zo’n 10 tot 15 minuten voor nodig. Iets daarna komen ook de reizigers aan boord. Zodra ze allemaal binnen zijn, gaat de deur dicht en geeft de piloot aan de luchtverkeersleiding in de toren door dat hij ready to go is.
De platformedewerker haalt de blokken weg. Een zogenoemde ‘pushbacktruck’ duwt het vliegtuig naar de rijbaan. Deze speciale truck gebruikt een stang (de towbar) die aan het neuswiel van het vliegtuig wordt bevestigd. Tegenwoordig zijn er ook pushbacks die het neuswiel van het vliegtuig optilt, waardoor het koppelen en ontkoppelen een stuk sneller gaat. Eenmaal gekoppeld duwt de pushback het vliegtuig achteruit.
Het vliegtuig taxiet vervolgens naar de startbaan om op de afgesproken tijd te vertrekken.
De piloot wacht totdat hij van Luchtverkeersleiding toestemming krijgt om te vertrekken. Dat kan zodra er ruimte is in het luchtruim. Wanneer hij het startsein heeft gekregen, stuurt hij het toestel met volle kracht weer de lucht in.

Missie geslaagd!
Een narrowbody of klein vliegtuig kan binnen een half uur weer vertrekken, voor een widebody of groot vliegtuig is er ongeveer twee tot drie uur nodig. Voor elke omdraaiing wordt dus op verschillende fronten topsport bedreven.