09
januari
2017
|
17:35
Europe/Amsterdam

Toespraak Nieuwjaarsreceptie

Toespraak Jos Nijhuis, President & CEO Royal Schiphol Group

Beste mensen, ladies and gentlemen,

Happy New Year! And on behalf of Els, Birgit, André and myself, I hope that it’s a year in which things go well for you, your loved ones and your organisation.

This is our first New Year’s reception as Royal Schiphol Group. Last year – when we celebrated our 100th anniversary – we became Royal Schiphol Group. That was a tremendous honour and a great privilege. Following tradition, I will continue my speech in Dutch now, but an English version is available for all our non-Dutch-speaking guests.

Ik weet niet hoe het jullie is vergaan, maar ik heb deze feestdagen even moeten bijkomen van alle ontwikkelingen in 2016. Het was enerverend, intensief en turbulent. Ik denk aan de Brexit, de Amerikaanse presidentsverkiezingen en de vele afschuwelijke terroristische aanslagen - waaronder die in Istanbul, Brussel, Nice en Berlijn.

Ons wereldbeeld is veranderd. Ons straatbeeld ook. Bekende retailketens leken met bosjes tegelijk om te vallen, terwijl de economie een boost kreeg.

Hier op Schiphol was het afgelopen jaar ook enerverend, intensief en turbulent.

Ik zei het al: 2016 was enerverend, intensief en turbulent. Turbulent was in ieder geval de groei van het aantal reizigers. In 2016 reisden 63,6 miljoen reizigers via Schiphol – een groei van ruim 9%. We kwamen uit op ruim 479.000 vliegbewegingen – een plus van 6,3%.

Het aantal directe bestemmingen vanaf Schiphol bleef gelijk met 322. De vrachtvolumes stegen met bijna 2% naar 1,7 miljoen ton.

Een uitdagend jaar dus, want we hadden ook te maken met:

  • voorbereidende activiteiten voor de bouw van de nieuwe pier en terminal – een eerste maquette staat hier vandaag;

  • veiligheidsissues in combinatie met serieuze onderbezetting bij de KMar;
     
  • stakingen of bijna-werkonderbrekingen;
  • taxironselaars die maar aan de gang bleven – en konden blijven gaan. Wat mij betreft is dit de schandvlek van Schiphol.

Sommige zaken waren gepland. Sommige ronduit irritant. En sommige ontwikkelingen kwamen toch wel onverwacht.

Zo hebben de reizigersvolumes ons verrast. Natuurlijk hadden we allerlei scenario’s in de kast liggen. Maar dat waren voornamelijk voorzichtige scenario’s die uitgingen van minder reizigers. We zijn – net als zoveel voorspellers en economen - te lang in de recessiemodus blijven hangen. Dat is absoluut een les voor de toekomst.

Positief punt is wel dat we snel en adequaat hebben geanticipeerd op de groeispurt. Het was niet altijd makkelijk. Een groeispurt doet vaak pijn. Maar dankzij de flexibiliteit en het oplossingsvermogen van velen - op landside en airside, in de terminal en in de bagagekelder - zijn we het jaar uitstekend en veilig doorgekomen.

De mensen in de operatie – de mensen bij airlines en afhandelaren, KMar en douane, andere business partners en onze eigen operationele kanjers – hebben een majeure prestatie geleverd. Ze verdienen een enorme pluim. Ik ben dankbaar voor hun flexibiliteit en oplossingsvermogen.

De meest zichtbare en tastbare uitingsvorm van de groeispurt en ons anticipatievermogen op Schiphol is de bouw van de tijdelijke vertrekhal. Wat waren we het daar snel over eens. Het vergunningencircuit ging ook soepel, en voordat je met je ogen kon knipperen, stond hij er al! Voor de kerst was hij wind- en waterdicht. In april rollen de koffertjes van de eerste reizigers door de tijdelijke vertrekhal. Nog voor de drukke meivakantie.

Die tijdelijke vertrekhal heeft me wel aan het denken gezet.

De nood was hoog – de reizigers struikelden bijna letterlijk over elkaar heen. Niet alleen op een paar piekdagen in het jaar, maar we hadden piekweek na piekweek. Ik besefte me dat als de nood hoog genoeg is, het ons op Schiphol lukt om er samen uit te komen. Om samen snel afspraken te maken en er samen voor te zorgen dat veiligheid en soepele processen hand in hand blijven gaan.

Dat is zo aan het begin van 2017 een prettige constatering. Want dit jaar wordt denk ik net zo enerverend, intensief en turbulent als 2016. We zullen ook dit jaar worden gechallenged. De verschijningsvorm van de uitdaging zal alleen anders zijn: niet alleen een fysieke, maar eveneens een bestuurlijke challenge.

De luchtvaart in Nederland groeit. Nu én in de toekomst. Tot en met 2020 weten we waar we aan toe zijn: 500.000 vliegbewegingen. En daar houden we ons aan. Ook al is er meer vraag en moeten we ‘nee’ verkopen.

Maar de definitieve koers voor de periode na 2020 moet nog worden bepaald. En het moment voor die koersbepaling is 2017. De tijd dringt. We moeten voorkomen dat we achter de feiten aan gaan lopen. Airlines, bewoners, bestuurders en ook wij als luchthaven moeten gewoon weten waar we aan toe zijn straks. Het is zaak de toekomst van Schiphol veilig te stellen. Nu.

Uitgangspunt is een toekomstgericht afsprakenkader. Een afsprakenkader waarbij hinderbeperking, mainportontwikkeling en leefomgeving met elkaar in balans zijn. Duurzame keuzes voor een duurzame groei van de mainport Schiphol.

Dat is niet alleen goed voor Schiphol, maar ook voor Nederland. Wie voor de ontwikkeling van Nederland is, is voor de verdere ontwikkeling van Schiphol. Schiphol geeft letterlijk en figuurlijk lucht aan de handel en het toerisme, aan banengroei en sociale ontwikkeling.

Ik heb het bewust over een afsprakenkader. Het doel moet bij de afspraken voorop staan, niet de middelen. Zo kun je minder geluidsoverlast bijvoorbeeld op verschillende manieren realiseren. Die vrijheid moet er zijn. Er leiden meer wegen naar Rome dan alleen via de vierde baan.

Misschien moeten we de manier waarop we tot dat afsprakenkader komen ook eens tegen het licht houden.

Jullie herinneren je misschien nog wel mijn pleidooi van vorig jaar. Ik zei toen: laten we stoppen met oeverloos overleggen met teveel partijen aan tafel. Dat vind ik nog steeds. Want kunnen we samen niet een andere vorm vinden om samen te werken, om knopen door te hakken, om vooruitgang te boeken?

Hoe? We leven in een tijd waarin de essentie van succes en vooruitgang ligt in verandering, snel anticiperen op ontwikkelingen, flexibiliteit. Daar horen nieuwe manieren van werken bij. En als ik daaraan denk, denk ik tegenwoordig direct aan Post-its.

Post-its.

Vroeger had je ze alleen in het geel, maar ze zijn nu in alle kleuren van de regenboog verkrijgbaar. Je ziet ze overal hangen. Natuurlijk nog op een bureau of een computerscherm. Maar dat is eigenlijk zó old school. Post-its plak je tegenwoordig op brown papers, muren en ramen. Post-its vertegenwoordigen een nieuwe, andere manier van intensief samenwerken.

We scrummen tegenwoordig bijna overal - en bijna allemaal. Nu gaat het mij niet om Scrum of Agile werken op zichzelf. Dat is maar een methodiek, een middel. Het gaat mij om de wendbaarheid, flexibiliteit en snelheid waarmee er besluiten worden genomen. Producten worden gelanceerd. Keuzes worden gemaakt. Ingewikkelde dossiers worden behapbaar gemaakt door ze op te knippen in sprints. Vergaderen is uit, afstemmen via een stand-up is in.

Want let wel: resultaten worden geboekt doordat alle betrokkenen in de keten intensief met elkaar samenwerken. Samen ontwikkel je. Verbeter je. Continu. Je bent flexibel. Je kunt alert inspelen op nieuwe ontwikkelingen. De doelen staan vast. De weg ernaartoe niet. Er leiden meer wegen naar Rome…

Het zou mij een lief ding waard zijn als we de toekomst van Schiphol op een moderne manier tot stand brengen. Hans Alders hoeft echt niet ingeruild te worden door een scrummaster. Maar de principes flexibiliteit, wendbaarheid, daadkracht, snelheid zouden we op de een of andere manier moeten incorporeren in onze overleggremia. Helemaal omdat de toekomst van Schiphol niet in dichtgetimmerde afspraken en plannen kan worden vastgelegd. Die zijn al achterhaald voordat je op Enter hebt gedrukt.

Een nieuwe manier van werken en omgaan met elkaar zou voor de hele sector goed zijn. Waarom? Omdat we verliezen. We verliezen vertrouwen. Vertrouwen in elkaar. Vertrouwen in de overheid en vertrouwen van de overheid. En door dat laatste verliezen we ook geld.

Soms krijgen we een doekje voor het bloeden – denk aan de 135 extra marechaussees terwijl we er echt 450 nodig hebben.

Soms krijgen we niet eens een pleistertje – denk aan de 190 miljoen die we vroegen voor het innoveren van onze grens- en beveiligingsprocessen. We krijgen geen geld, maar ‘support’. Wat dat dan ook inhoudt…

Soms vraag ik me cynisch af hoeveel prioriteit veiligheid eigenlijk heeft. Maar ik ben geen cynisch mens en kijk ook naar mezelf, naar onszelf.

Want je kunt het ook zo zien: samen hebben we de overheid niet kunnen overtuigen van het belang van investeringen in onze sector op het gebied van veiligheid, security en innovatie. Terwijl veiligheid voor ons allemaal hoge prioriteit heeft.

Maar wat zien overheden – regionaal, landelijk, Europees – als ze naar ons kijken? Tegenstrijdige signalen. Individuele belangen die voor gezamenlijke belangen gaan.

En dat is toch gek. Want er is veel meer wat ons bindt dan wat ons verdeeld. In 90% van de gevallen zijn we het met elkaar eens. Dus waarom zoveel tijd besteden aan die 10%? Eerlijk is eerlijk, ik doe het zelf ook. Maar je kunt de samenwerking niet op slot zetten omdat je het over één onderwerp oneens bent.

Daar moeten we echt mee stoppen. Daar ga ik echt mee stoppen. Laten we focussen op die 90% die ons bindt. En dat als basis gebruiken voor de verdere groei en ontwikkeling van de mainport Schiphol. Ik weet niet of Post-its daarbij helpen, maar ik juich een nieuwe manier van samenwerken van harte toe.

Dat geldt overigens ook voor de manier van werken van de overheid. Meer dan ooit heb ik in 2016 de integrale overheid gemist. Bij veel dossiers kon de afstemming, snelheid en daadkracht beter. Ik denk aan de ontwikkelingen rondom KMar, grens en veiligheid, taxironselaars, regionale woningbouw en Lelystad Airport.

We blijven hameren op dit punt. Zeker in dit verkiezingsjaar.

Misschien moet ik het maar meteen heel concreet maken. Er komt vanzelfsprekend weer een regeerakkoord. En of dat nou een beleidsstuk wordt van 136 pagina’s, twee A4’tjes of 75 tweetjes: Schiphol moet genoemd worden. Want zoals ik net al zei: wie voor de ontwikkeling van Nederland is, is voor de verdere ontwikkeling van Schiphol.

En nu ik dan toch bezig ben, doe ik wel meteen een tekstsuggestie. Dus beste politici, schrijf even mee. Dit kan zo in het regeerakkoord, ik citeer:

‘Schiphol mag duurzaam groeien. In balans met haar omgeving. Wij denken en doen integraal mee en sturen op een flexibel afsprakenkader.’

Minder dan 140 tekens. Klip en klaar. Jip en Janneke. Dat moet de moderne politicus toch aanspreken.

Alhoewel het misschien goed zou zijn er nog een tweet aan toe voegen. Want wat blijven we last houden van de onduidelijkheid rondom selectiviteit. Is er gedoe, dan kijken ze naar Schiphol. Maar wij kunnen niks. We hebben de tools helemaal niet. Zoals het er nu voorstaat is het onvoldoende werkbaar allemaal.

Dus doe nog een tweetje alsjeblieft met de volgende tekst:

‘En we maken als overheid ook duidelijk wat selectiviteit nou eigenlijk is #hetmoetwerkbaarzijn’

Twee tweets en wij op Schiphol kunnen weer jaren vooruit. Dat moet kunnen toch?

Dames en heren,

2017 zal niet veel minder enerverend, intensief en turbulent worden als het jaar dat achter ons ligt. Maar wat mij betreft wel veel wendbaarder en flexibeler.

Een jaar waarin we intensief samenwerken, snel schakelen en knopen doorhakken.

Een jaar waarin we duurzame keuzes maken voor de duurzame groei van de mainport Schiphol.

Een jaar waarin we op een inspirerende manier samen de toekomst van Schiphol zeker stellen. En dus de toekomst van Nederland.

Let’s do it!

Dank u wel.