14
september
2017
|
17:18
Europe/Amsterdam

To mainport or not to mainport?

Met de luchtvaartsector, overheid en omwonenden heeft Schiphol in 2008 gezamenlijk drie doelstellingen opgesteld voor de ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart: hinderbeperking, verbetering van de leefomgeving en mainportontwikkeling. Selectief zijn in bestemmingen die luchtvaartmaatschappijen vanaf Schiphol aanbieden is een van de middelen om die doelstellingen te bereiken. Vorige week was Schiphol te gast in de Tweede Kamer om over dit zogeheten selectiviteitsbeleid te spreken.

Wat is mainportontwikkeling?

Een mainport is een knooppunt van belangrijke transportroutes via bijvoorbeeld de lucht. De term is met name een Nederlandstalige beleidsterm en wordt gebruikt voor onder andere onze luchthaven Schiphol. Een knooppunt faciliteert en trekt bedrijvigheid aan en daarmee arbeidsplaatsen. Een ruim bestemmingennetwerk is de kern van onze sterke luchthaven. Dit zorgt ervoor dat Nederland als relatief klein land optimaal verbonden is met de rest van de wereld.

Het gaat om het bestemmingennetwerk

Schiphol heeft een goede combinatie van een uitstekend hubnetwerk van KLM met partners (van A naar B via een overstap) en non-hub verkeer (van A naar B) van andere luchtvaartmaatschappijen. Bij de afspraken in 2008 is toen met het plafond van 500.000 vliegbewegingen en daarmee eventuele schaarste gezamenlijk de keuze gemaakt om mainportgebonden verkeer met de meeste economische waarde op Schiphol te laten vliegen. Voor het pure vakantieverkeer bieden we een alternatief op Eindhoven en Lelystad.

Hoe bepaal je of een bestemming mainportgebonden is?

Vooropgesteld, waarde is natuurlijk subjectief. Iemand die regelmatig op bezoek gaat bij familie in het buitenland hecht hele andere waarde aan een vlucht dan een zakenreiziger. Bij het bepalen of een bestemming wel of niet mainportgebonden is, zijn met de sector de volgende twee criteria bepaald: is het hubverkeer en/of zijn er jaarlijks meer dan 10.000 vertrekkende zakelijke passagiers op een bestemming. De vluchten zijn in vijf segmenten ingedeeld.

Waar staan we nu?

Ook al hebben alle partijen hun handtekening gezet onder de afspraken over selectiviteit, in de praktijk blijken er verschillende interpretaties te zijn. Wat wel duidelijk is dat Schiphol de poorten niet zomaar kan sluiten voor bepaalde luchtvaartmaatschappijen. Daarover is Europese wet- en regelgeving heel duidelijk. Als je vluchten naar vakantiebestemmingen niet langer op Schiphol wilt, dan moet er een alternatief zijn. En dat is Lelystad.

Heeft Schiphol dan niets bereikt?

Op Schiphol is een mix van meer dan honderd luchtvaartmaatschappijen actief. Ieder met zijn eigen bedrijfsvoering en aanbod voor de reiziger. Uit internationaal onderzoek blijkt dat Schiphol de beste directe connectiviteit van Europa heeft. En de op één na beste hubconnectiviteit ter wereld. Dat is iets om trots op te zijn!

Bijna tien jaar na het maken van de selectiviteitssafspraken is het netwerk van bestemmingen gegroeid van 262 tot 322; het aandeel mainportgebonden verkeer is gegroeid naar ruim 93% en het niet-mainportgebonden verkeer daalde tot 7%. Soms hoor je 21%. Maar dat is iets anders, namelijk het percentage low-cost carriers op Schiphol. En ook deze luchtvaartmaatschappijen vliegen op mainportgebonden bestemmingen.

En tot slot zijn de meest lawaaiige toestellen vrijwel van Schiphol verdwenen. Want ook dat is een van de selectiviteitsmaatregelen.

Hoe nu verder?

Reizigers kiezen vaak voor Schiphol vanwege de beleving, kwaliteit en het enorme bestemmingennetwerk. Als zij tevreden zijn, komen ze weer terug. Schiphol wil dit natuurlijk blijven bieden in de toekomst. Een aantrekkelijke internationale luchthaven met een uitgebreid bestemmingennetwerk is goed voor Nederland. Daarom is het ook zo belangrijk dat we nu met elkaar nieuwe afspraken gaan maken voor de toekomst van de Nederlandse luchtvaart.