30
maart
2020
|
07:59
Europe/Amsterdam

Royal Schiphol Group trekt vooruitzichten en financiële doelstellingen in

Als gevolg van de onzekerheid over de ontwikkeling van de COVID-19-pandemie trekt Royal Schiphol Group zijn vooruitzichten en financiële doelstellingen voor 2020 in die zijn gepubliceerd op 14 februari 2020. Schiphol Group blijft de markt informeren over de impact door de effecten van de wereldwijde pandemie. De COVID-19 pandemie heeft en zal voor een nog onbekende periode een ongunstig effect hebben op de passagiersvraag naar vliegreizen via Royal Schiphol Group’s luchthavens. Aangezien er geen precedent is voor een uitbraak van deze schaal en het onduidelijk is hoe het COVID-19 virus zich verder ontwikkelt, is de omvang van de impact op Royal Schiphol Group’s bedrijfsvoering, operationeel resultaat, vooruitzichten en financiële positie onvoorspelbaar.

Schiphol Group zal het verwachte nettoresultaat en de verwachte passagiersgroei, gepubliceerd op 14 februari 2020, niet kunnen halen. Voor de COVID-19 uitbraak verwachtte Schiphol Group een beperkte groei van het aantal passagiers en, behoudens onvoorziene omstandigheden, een stabiel genormaliseerd nettoresultaat vergelijkbaar met 2019.

Een potentieel scenario gaat uit van een brede impact door COVID-19 waarbij een geleidelijk herstel van het verkeer niet voor juni begint, in combinatie met een economische recessie. In dit scenario zou het passagiersaantal op Amsterdam Airport Schiphol voor het hele jaar 2020 26% lager uitkomen dan in 2019. Daarbij zou het verlies in omzet in 2020 ongeveer 0,4 miljard euro bedragen, uitgaande van een lagere omzet uit luchthavengelden, concessies en parkeergelden, en in mindere mate een daling in huur- en andere inkomsten. Eventuele mogelijke waardeveranderingen van commercieel vastgoed zijn niet in dit getal meegenomen. De COVID-19 uitbraak heeft verder een significant negatieve invloed op het resultaat uit geassocieerde deelnemingen.

Om de impact van de verkeersdaling en het bijbehorende verlies in omzet te beperken, streeft Royal Schiphol Group naar financiële en operationele optimalisatie. Schiphol heeft zijn activiteiten verminderd en richt zich op die kernactiviteiten die passen bij de ongekende situatie van de komende tijd. In de praktijk betekent dit dat de luchthaven Schiphol open blijft met een sterk verminderde capaciteit voor passagiersvluchten die nog aankomen en vertrekken, en voor repatriëring van Nederlandse inwoners, vrachtvervoer, hulpdiensten en ander vliegverkeer. Royal Schiphol Group heeft diverse kostenbesparende maatregelen doorgevoerd en is voornemens gebruik te maken van opties voor uitstel van belastingafdrachten en de noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid. Verder neemt Schiphol Group zijn capital projects onder de loep, zowel om een aantal projecten te versnellen nu een gedeelte van Amsterdam Airport Schiphol niet operationeel wordt gebruikt, als ook om andere projecten uit te stellen of niet meer uit te voeren. Ook de regionale luchthavens van Rotterdam en Eindhoven hebben operationele en financiële maatregelen getroffen.

Ratingbureau Standard and Poor’s heeft op 26 maart 2020 de lange termijn credit rating van Royal Schiphol Group herzien. De rating is gewijzigd van A + met stable outlook naar A + met negative credit watch.

Royal Schiphol Group heeft liquide middelen en gecommitteerde faciliteiten beschikbaar voor een bedrag van 0,9 miljard euro.

Benadrukt moet worden dat het hier boven geschetste scenario geen prognose of doelstelling is. Bovendien kunnen alle schattingen en toekomstgerichte gegevens die in dit persbericht worden verstrekt mogelijk onnauwkeurig zijn en zijn deze onderhevig aan risico's.

Gezien de hiervoor vermelde onzekerheden en de ontwikkeling van de pandemie, zal Royal Schiphol Group op een later tijdstip zijn gecorrigeerde prognoses bekend maken. Het halfjaarbericht wordt op 28 augustus 2020 gepubliceerd.

Dit persbericht bevat mogelijk informatie die kwalificeert als voorwetenschap over Royal Schiphol Group zoals bedoeld in artikel 7(1) van de Verordening marktmisbruik (596/2014/EU).

Vianney Heeren – Director Treasury