18
april
2019
|
14:17
Europe/Amsterdam

Reactie Schiphol op advies Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur

De voorstellen die de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) vandaag doet, sluiten aan bij de inzet van Schiphol op gematigde en gecontroleerde ontwikkeling en de inzet en kwaliteit van het voor Nederland belangrijke netwerk van bestemmingen. Tegelijkertijd doet het beeld dat de luchtvaart geen ‘normale’ bedrijfstak geen recht aan de werkelijkheid: er gelden ook voor de luchtvaart wettelijke kaders op het gebied van milieu, geluid en effecten op de leefomgeving. Ook zijn er afspraken gemaakt over verdere CO2-reductie in de luchtvaart.

De meeste voorstellen van de RLI verdienen wat Schiphol betreft een plek in de Luchtvaartnota die het kabinet nu opstelt. In de Luchtvaartnota ziet Schiphol graag terug hoe alle partners en het kabinet samenwerken aan en investeren in een goed bereikbaar Nederland met de meest duurzame luchtvaartsector ter wereld.

Een nieuw systeem
De RLI is door het kabinet gevraagd of een ander perspectief op het luchtvaartbeleid mogelijk is. De door de RLI voorgestelde grenzen op het gebied van geluid, hinder, ultrafijnstof en veiligheid zijn grotendeels al aanwezig. Net als de RLI vindt Schiphol ook dat niet het aantal vliegtuigbewegingen leidend moet zijn. Schiphol ziet in de Luchtvaartnota graag een voorstel terug voor een systeem waarin ruimte voor verdere ontwikkeling bepaald wordt door een combinatie van effecten op de leefomgeving, hinderbeperking en economische ontwikkeling. Daarbij hoort een transparant systeem waarin een duidelijke stimulans zit voor luchtvaartmaatschappijen en luchthavens om te blijven verduurzamen.

De luchtvaart voldoet op dit moment al aan strenge kaders, wet- en regelgeving op het gebied van milieu, veiligheid en effecten op de leefomgeving. In tegenstelling tot de RLI vindt Schiphol dat ontwikkeling na 2020 ook al mogelijk is binnen deze kaders, waarbij de hinder voor omwonenden per saldo afneemt door de ontwikkeling van schonere en stillere vliegtuigen. Verdere ontwikkeling is belangrijk voor het netwerk van verbindingen en de daaraan verbonden economische ontwikkeling en werkgelegenheid.

Stillere en schonere vliegtuigen
Een van de aanbevelingen van de RLI is om via de havengelden luchtvaartmaatschappijen af te rekenen op hun milieuprestaties. Dat sluit aan bij het huidig beleid van Schiphol. Hoe stiller en schoner een vliegtuig, hoe minder havengelden een luchtvaartmaatschappij betaalt. Meer vervuilende vliegtuigen betalen zo meer. Voor vliegen in de nacht geldt bovendien een extra toeslag. Het aantal nachtvluchten kent een maximum en zal niet toenemen.

Duurzaam bereikbaar blijven
Het is een gedeelde ambitie om Nederland goed bereikbaar te houden, met een kwalitatief sterk internationaal verbindingennetwerk. Dat is goed voor het vestigingsklimaat en werkgelegenheid. De trein kan daaraan, zeker op de korte afstand, een goede bijdrage leveren. Schiphol had graag gezien dat de RLI het kabinet had geadviseerd dan ook flink te investeren in bereikbaarheid per spoor.

Ook de luchtvaart verduurzaamt en innoveert. In tegenstelling tot wat de RLI stelt, zijn er doelstellingen voor CO2-reductie in de luchtvaart. In VN-verband is internationaal afgesproken om vanaf 2020, inclusief compensatie, uitstootneutraal te groeien. Daarnaast heeft de internationale luchtvaartsector de doelstelling vastgesteld dat de uitstoot in 2050 50% moet zijn dan in 2005. Om daar te komen werd recent het ontwerpakkoord voor duurzame luchtvaart gesloten. Als eerder presenteerde de luchtvaartsector, samen met kennisinstellingen en andere partners uit de logistieke sector het actieplan ‘Slim en duurzaam’.

Net als de RLI vindt Schiphol dat de opbrengsten van de vliegbelasting mede moeten worden ingezet voor de verdere verduurzaming van de luchtvaart.